Tekstgrootte
De kleuters worden op onze school ingedeeld in heterogene groepen. Dat wil zeggen dat kleuters van vier tot en met zes jaar met elkaar in kleutergroepen zitten (groepen 1-2). Aan ouders vragen we tijdens intakegesprekken meer informatie over de ontwikkeling van het kind in de voorschoolse periode, zodat we kunnen afstemmen op de onderwijsbehoefte van het kind. We werken samen met de peuterspeelzaal.
Het werken in de groepen 1-2 draagt een duidelijk eigen karakter, afgestemd op de leeftijd en ontwikkeling van de kleuter. Hoewel we streven naar een doorgaande lijn in ons onderwijs aan vier tot twaalfjarigen, vinden we dat dit niet ten koste mag gaan van het eigene van het kleuteronderwijs. Vooral het spelend leren in de kleutergroepen willen wij gehandhaafd zien. In groep 2 krijgen de kinderen een weektaak en zijn er meer ‘verplichte’ opdrachten.
Spelen is leren, ook bij de oudste kleuter. De leerkracht heeft hierbij een meer sturende rol. Er is veel aandacht voor het ritme van de dag en de dagen van de week. Dagritme-kaarten geven structuur aan de dag en door middel van het werken met de kleurenklok kan het kind zien hoe de tijd verstrijkt, zo ontwikkelt het tijdsbesef.
Voor de oudste kleuters worden veel activiteiten aangeboden die voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven. We besteden veel aandacht aan de individuele taalontwikkeling en woordenschatuitbreiding van het jonge kind. We komen tegemoet aan de verschillen in taalniveau en richten ons erop achterstanden weg te nemen. Door het werken in kleine kringen, kunnen we aandacht besteden aan de verschillende niveaus van de kleuters in één groep. Daarnaast zal het kind zich sociaal en emotioneel verder ontwikkelen door het aanbod van de verschillende activiteiten en het samen spelen en werken met klasgenootjes. We werken in thema’s, en werken daarin ook met de verschillende kleutergroepen samen.
Gezien de verschillen in ontwikkeling van kinderen, bieden wij kinderen die meer willen en kunnen de mogelijkheid aan om te leren lezen.
De kinderen zitten meestal in werkgroepjes van vier met verschillende leer- en sociale vaardigheden. Dit past bij het coöperatieve leren.
Het doel hiervan is dat kinderen van elkaar kunnen leren, ontdekken met elkaar. Wij vinden het belangrijk dat ze kunnen vertellen hoe ze een taak hebben gemaakt of een probleem hebben opgelost en vooral:
Van de leerkracht vraagt dit goed klassenmanagement om het gedifferentieerde onderwijs optimaal te kunnen begeleiden. Taakspel zetten we in als we merken dat de werkhouding van leerlingen effectiever kan.
Zelfstandig werken neemt een belangrijke plaats in op De Stek. Al vanaf groep 1 maken we gebruik van weektaken, d.w.z. kinderen weten op maandag wat er die week van hen wordt verwacht bij de diverse vakken. Natuurlijk wordt dit langzaam opgebouwd, zodat leerlingen leren om hun werk te plannen, binnen een dag of een week, van 2 taken tot meerdere taken. We leren de kinderen ook vanaf groep 1 om te gaan met de uitgestelde aandacht van de leerkracht. Het planbord is hierbij een hulpmiddel. Groep 8 werkt naast de weektaak met een jaartaak.
Veel zelfcorrigerende materialen zijn aanwezig, wat het voor de leerkracht mogelijk maakt om meer tijd vrij te maken voor kinderen die speciale zorg behoeven.
Voor de kinderen betekent het:
Uitgangspunt is dat alle kinderen de basisstof beheersen. Leerlingen die meer aankunnen dan die basisstof, krijgen verrijkingsstof aangeboden. Kinderen die meer moeite hebben met de leerstof, krijgen extra uitleg en/of aangepaste oefenstof. De klassenorganisatie is zo aangepast dat de groepsleerkracht tijd kan besteden aan drie niveaugroepen. Bij de vakken lezen, spelling en rekenen wordt er gewerkt in deze drie niveaugroepen.
Door middel van een leerlingvolgsysteem volgen we de ontwikkeling van het individuele kind, dit doen we door middel van observaties en toetsing. De resultaten hiervan worden opgeslagen, geanalyseerd en doorgegeven aan een volgende groep. Zo ontstaat er een nauwkeurige registratie van alle kinderen. We komen zoveel mogelijk tegemoet aan de individuele onderwijsbehoeften van alle leerlingen, binnen de genoemde drie niveaugroepen.